De gezondsheidsproblemen, die op kunnen treden bij de Griffon Vendéen vind je hieronder. In het algemeen zijn het gezonde rassen met weinig problemen.
Botten & gewrichten
Heupdysplasie (HD)
‘Dysplasie’ betekent ‘het abnormaal gevormd zijn’, in het geval van HD dus van het heupgewricht. Het heupgewricht bestaat uit twee onderdelen; een ronde kop die in een kom draait. Wanneer deze onderdelen niet goed gevormd zijn zodat ze niet goed in elkaar passen ontstaat er pijn en geeft dit problemen bij het lopen. De diagnose kan gesteld worden aan de hand van röntgenfoto’s. Binnen onze rassen komt HD af en toe voor bij de GBGV, fokkers zijn vrij om hun honden al dan niet te laten testen. Let wel, HD kan meerdere oorzaken hebben; een genetische aanleg (erfelijk) maar ook trauma (ongeval) of overbelasting, verkeerde voeding, stofwisselingsproblemen etc.
Radius curvus syndroom
Bij honden met het radius curvus syndroom is er een storing in de groei van de ellepijp (onderdeel van de voorpoot), waardoor het spaakbeen – dat wel doorgroeit – krom wordt getrokken. De groeistoornis kan ontstaan door een genetische aanleg (erfelijk), verkeerde voeding (vooral bij grote rassen) of doordat bijvoorbeeld door een ongeval de groeischijf van de ellepijp te snel sluit. Deze aandoening komt vrijwel niet meer voor binnen onze rassen.
Geslachtsorganen
Castratie en sterilisatie
Sommige honden worden om medische redenen gecastreerd of gesteriliseerd. Veel vaker echter kiezen eigenaren voor deze ingreep om ongewenst gedrag tegen te gaan of om loopsheid en een eventuele dracht te voorkomen. Ten onrechte worden de nadelen van een castratie nog wel eens vergeten. Zo is het mogelijk dat je hond na deze ingreep urine incontinentie ontwikkeld, hebben ze de neiging om dik te worden en verandert de structuur van de vacht.
Hersenen & zenuwen
Epilepsie
Epilepsie is een aandoening waarbij er herhaaldelijk toevallen optreden. De frequentie kan variëren tot eens in de zoveel jaar tot enkele weken of zelfs dagen. Bij een epileptische aanval vindt een ontsporing van de elektrische hersenactiviteit plaats. Dit leidt uiteindelijk tot een soort ontlading in de hersenen dat zich uit in de uiteindelijke epileptische aanval. Bekend zijn toevallen waarbij de hond omvalt, hevige spierkrampen krijgt, schuimbekt en urine en/of ontlasting laat lopen. Er zijn echter ook mildere vormen van epilepsie. Deze aanvallen kunnen een behoorlijke impact hebben op het gezin.
Er zijn globaal twee vormen van epilepsie te noemen. Secundaire waarbij de oorzaak elders in het lichaam ligt zoals bijvoorbeeld lever- en nieraandoenigen of een te laag suikergehalte in het bloed. Bij primaire epilepsie kan er geen aanwijsbare oorzaak worden gevonden, deze vorm is ook de epilepsie zoals we deze bij mensen kennen. Krijgt je hond voor de eerste keer een toeval dan is het zaak direct een bloedonderzoek te laten doen door de dierenarts. Er kan dan gekeken worden of de oorzaak elders in het lichaam zit en er dus sprake is van secundaire of primaire epilepsie.
Aseptische meningitis
Aseptische meningitis is een aandoening van de hersenvliezen die voornamelijk gezien wordt bij opgroeiende honden. Het is een aandoening die zich kenmerkt door het plots ontstaan van hevige pijn in nek, rug en alle ledematen, het gaat vaak gepaard met hoge koorts en lusteloosheid. De precieze oorzaak is nog niet achterhaald, maar er lijkt een genetische aanleg (erfelijk) te zijn. De dierenarts kan de diagnose stellen door te kijken naar het gedrag van de hond, bloedonderzoek en onderzoek van het cerebospinaal vocht (hersen-ruggenmergsvocht). Mocht je hond een combinatie krijgen van eerder genoemde verschijnselen, meld dan bij het bezoek aan je dierenarts dat Aseptische Meningitits bij dit ras voorkomt. Het stellen van de juiste diagnose is belangrijk voor het tijdig starten van de behandeling.
Hormonen
Hypothyreoïdie (traag werkende schildklier)
De schildklier kan vanaf middelbare leeftijd minder goed gaan werken en daardoor minder schildklierhormoon (T4) gaan produceren. Je kan merken dat de hond lusteloos wordt, dikker wordt terwijl hij/zij niet meer eet, de huid en vacht slechter worden, de loopsheid kan weg blijven bij teven, de hond zoekt warme plekjes op en zo zijn er nog een aantal kenmerken. De dierenarts kan de diagnose stellen aan de hand van bloedonderzoek.
Huid
Allergie
Een allergie wordt vaak zichtbaar via de huid. Een allergie is een overdreven reactie van het afweerapparaat op bepaalde stoffen. De huid kan gaan jeuken, ontsteken en er kunnen kale plekken ontstaan. Reacties ontstaan vooral op voeding of op stoffen uit de omgeving zoals pollen en huisstofmijt, we spreken dan van atopie.
Ogen
Distichiasis
Distichiasis is een aandoening van het oog, waarbij er één of enkele haren op de ooglidrand zitten op plaatsen waar ze niet horen. Vaak zijn deze haartjes dunner en doorzichtig. Soms zijn ze onzichtbaar doordat er een beetje slijm omheen zit. Er zijn meestal 2 soorten haartjes die op de ooglidrand kunnen groeien, zachte en harde haartjes. Met name de harde haartjes geven problemen doordat ze het hoornvlies beschadigen. Deze aandoening wordt standaard onderzocht tijdens het ECVO onderzoek voor fokdieren van het ras PBGV.
Ectropion en entropion
De oogleden draaien naar buiten (ectro) of naar binnen (entro). Bij het naar buiten draaien zie je veel rood van het oog, en kan er gemakkelijk vuil in het oog komen. Bij het naar binnen draaien is er veel last van irritatie in het oog omdat de wimpers tegen het hoornvlies wrijven.
Glaucoom
Glaucoom of groene staar kan ontstaan door een verhoogde oogdruk, en leidt tot functieverlies van het oog. Glaucoom kan leiden tot blindheid en is veelal zeer pijnlijk voor de hond. Bij de Petit Basset Griffon Vendéen komt erfelijke glaucoom voor, wat meerdere oorzaken kan hebben. Aangenomen wordt dat Primairy Open Angle Glaucoma (POAG) de meeste voorkomende vorm van glaucoom is bij de Petit. Voor deze vorm is sinds maart 2015 een DNA test beschikbaar. De overige vormen van glaucoom kunnen d.m.v. gonioscopie worden onderzocht. Een gonioscopie is voor de fokkers van de PBGV een vrijwillige, aanvullende optie van het ECVO oogonderzoek.
Lensluxatie
In het oog wordt de lens door ophangbanden op zijn plaats gehouden. Deze ophangbanden kunnen verkeerd zijn aangelegd, scheuren of langzaam afsterven. Het gevolg hiervan is dat de lens loslaat. Het kan zijn dat de lens op zijn plaats blijft staan of hij kan naar voren of naar achteren kantelen. Een gekantelde lens kan vervolgens de afvoer van vocht uit het oog blokkeren. Bij een vochtophoping loopt de oogdruk op en ontstaat glaucoom. Deze aandoening wordt standaard onderzocht tijdens het ECVO onderzoek voor fokdieren van het ras PBGV.
Membrana Pupilara Persistens (MPP)
Het vaatstelseltje voor de lens (membrana pupilaris) moet bij een 4 weken oude pup eigenlijk zijn verdwenen. Blijven er restjes achter dan heet dit persisteren. Het kan zichtbaar zijn als een klein wit vlekje op het oog.De honden zelf hebben vrijwel nooit problemen met MPP. Deze aandoening wordt standaard onderzocht tijdens het ECVO onderzoek voor fokdieren van het ras PBGV.
Oren
Oorontsteking
De lange oren van onze rassen behoeven extra aandacht. Je dient de oren regelmatig te controleren; ze moeten schoon zijn en mogen niet stinken. Het is ook belangrijk om de haren uit de binnenkant van het oor te plukken. Houdt de hond zijn kop scheef of schudt deze veel met de kop of krabt hij eraan dan kan er sprake zijn van een oorontsteking. Door slechte hygiëne kan er een bacteriële infectie zijn ontstaan, het is echter ook mogelijk dat het een uiting is van een allergie.